{"title":"对死亡的渴望是一种活的渴望","authors":"P. Pijnakker, J. Slaets, M. Verkerk","doi":"10.2143/EPN.27.1.3206377","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"De Nederlandse euthanasiepraktijk ondergaat al langere tijd een proces van onderzoek en evaluatie. In het huidige debat worden cruciale begrippen als zelfbeschikking, individualiteit, rationaliteit, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid voornamelijk normerend en als dragende begrippen gehanteerd. Een van de problematische aspecten in dit cluster is de suggestie dat een leven begrepen kan worden vanuit een autonoom besluit, zonder zich te voegen in de samenhang van het concrete menselijk leven als relationeel, contextueel en historisch-belichaamd. Omdat het ‘ervaren’ lijden binnen de persoonscontext en de gebezigde argumentatie vaker verwoord worden vanuit een existentieel kader dan vanuit de medische situatie, zou het kader van de euthanasievraag moeten gaan om de onderkenning ervan als ‘zorgvraag’, en wel door de euthanasievraag ‘vanuit het leven’ te begrijpen. Een euthanasievraag vanuit het leven begrijpen, betekent dat de zelfbeschikking ‘binnen de relatie’ als een relationeel proces voor de patient inhoud en betekenis kan krijgen. De inhoudelijke behandeling van het verzoek vindt daarbinnen plaats. ‘Hoe’ er kennis van het uitzichtloos ondraaglijk lijden wordt verkregen is een epistemische vraag evenals ‘wie’ er van dit lijden kennisneemt. De wet gaat er nu van uit dat de hoofdbehandelaar zelfstandig kennis opdoet binnen het uitzichtloos ondraaglijk lijden, waar de consultatie door de tweede, onafhankelijk arts overwegend procedureel van aard is. De leidende gedachte achter deze studie is het zoeken naar verbindingen tussen de wettelijke zorgvuldigheidsvoorwaarden enerzijds en een hermeneutisch, relationeel proces tussen arts(en) en patient anderzijds, gebaseerd op het concrete menselijk leven. Dit artikel schetst de thematiek vanuit de levensechte praktijk met intermitterende reflecties op die praktijk, met als bedoeling de complexiteit van een dergelijk proces weer te geven. Het betreft geen standpuntbepaling of een voorschrift van ‘wat er zou moeten gebeuren’; het betreft een levensecht verslag van ‘wat zich kan tonen’ binnen een per definitie moeilijk proces naar euthanasie. Het vinden van een ethische route binnen de schijnbaar strijdige uitgangspunten vormt een wezenlijke opgave.","PeriodicalId":38844,"journal":{"name":"Ethische Perspectieven","volume":null,"pages":null},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2017-03-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"Een verlangen naar de dood is een levend verlangen\",\"authors\":\"P. Pijnakker, J. Slaets, M. Verkerk\",\"doi\":\"10.2143/EPN.27.1.3206377\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"De Nederlandse euthanasiepraktijk ondergaat al langere tijd een proces van onderzoek en evaluatie. In het huidige debat worden cruciale begrippen als zelfbeschikking, individualiteit, rationaliteit, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid voornamelijk normerend en als dragende begrippen gehanteerd. Een van de problematische aspecten in dit cluster is de suggestie dat een leven begrepen kan worden vanuit een autonoom besluit, zonder zich te voegen in de samenhang van het concrete menselijk leven als relationeel, contextueel en historisch-belichaamd. Omdat het ‘ervaren’ lijden binnen de persoonscontext en de gebezigde argumentatie vaker verwoord worden vanuit een existentieel kader dan vanuit de medische situatie, zou het kader van de euthanasievraag moeten gaan om de onderkenning ervan als ‘zorgvraag’, en wel door de euthanasievraag ‘vanuit het leven’ te begrijpen. Een euthanasievraag vanuit het leven begrijpen, betekent dat de zelfbeschikking ‘binnen de relatie’ als een relationeel proces voor de patient inhoud en betekenis kan krijgen. De inhoudelijke behandeling van het verzoek vindt daarbinnen plaats. ‘Hoe’ er kennis van het uitzichtloos ondraaglijk lijden wordt verkregen is een epistemische vraag evenals ‘wie’ er van dit lijden kennisneemt. De wet gaat er nu van uit dat de hoofdbehandelaar zelfstandig kennis opdoet binnen het uitzichtloos ondraaglijk lijden, waar de consultatie door de tweede, onafhankelijk arts overwegend procedureel van aard is. De leidende gedachte achter deze studie is het zoeken naar verbindingen tussen de wettelijke zorgvuldigheidsvoorwaarden enerzijds en een hermeneutisch, relationeel proces tussen arts(en) en patient anderzijds, gebaseerd op het concrete menselijk leven. Dit artikel schetst de thematiek vanuit de levensechte praktijk met intermitterende reflecties op die praktijk, met als bedoeling de complexiteit van een dergelijk proces weer te geven. Het betreft geen standpuntbepaling of een voorschrift van ‘wat er zou moeten gebeuren’; het betreft een levensecht verslag van ‘wat zich kan tonen’ binnen een per definitie moeilijk proces naar euthanasie. Het vinden van een ethische route binnen de schijnbaar strijdige uitgangspunten vormt een wezenlijke opgave.\",\"PeriodicalId\":38844,\"journal\":{\"name\":\"Ethische Perspectieven\",\"volume\":null,\"pages\":null},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2017-03-01\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"Ethische Perspectieven\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.2143/EPN.27.1.3206377\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"Q4\",\"JCRName\":\"Arts and Humanities\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Ethische Perspectieven","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.2143/EPN.27.1.3206377","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q4","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
Een verlangen naar de dood is een levend verlangen
De Nederlandse euthanasiepraktijk ondergaat al langere tijd een proces van onderzoek en evaluatie. In het huidige debat worden cruciale begrippen als zelfbeschikking, individualiteit, rationaliteit, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid voornamelijk normerend en als dragende begrippen gehanteerd. Een van de problematische aspecten in dit cluster is de suggestie dat een leven begrepen kan worden vanuit een autonoom besluit, zonder zich te voegen in de samenhang van het concrete menselijk leven als relationeel, contextueel en historisch-belichaamd. Omdat het ‘ervaren’ lijden binnen de persoonscontext en de gebezigde argumentatie vaker verwoord worden vanuit een existentieel kader dan vanuit de medische situatie, zou het kader van de euthanasievraag moeten gaan om de onderkenning ervan als ‘zorgvraag’, en wel door de euthanasievraag ‘vanuit het leven’ te begrijpen. Een euthanasievraag vanuit het leven begrijpen, betekent dat de zelfbeschikking ‘binnen de relatie’ als een relationeel proces voor de patient inhoud en betekenis kan krijgen. De inhoudelijke behandeling van het verzoek vindt daarbinnen plaats. ‘Hoe’ er kennis van het uitzichtloos ondraaglijk lijden wordt verkregen is een epistemische vraag evenals ‘wie’ er van dit lijden kennisneemt. De wet gaat er nu van uit dat de hoofdbehandelaar zelfstandig kennis opdoet binnen het uitzichtloos ondraaglijk lijden, waar de consultatie door de tweede, onafhankelijk arts overwegend procedureel van aard is. De leidende gedachte achter deze studie is het zoeken naar verbindingen tussen de wettelijke zorgvuldigheidsvoorwaarden enerzijds en een hermeneutisch, relationeel proces tussen arts(en) en patient anderzijds, gebaseerd op het concrete menselijk leven. Dit artikel schetst de thematiek vanuit de levensechte praktijk met intermitterende reflecties op die praktijk, met als bedoeling de complexiteit van een dergelijk proces weer te geven. Het betreft geen standpuntbepaling of een voorschrift van ‘wat er zou moeten gebeuren’; het betreft een levensecht verslag van ‘wat zich kan tonen’ binnen een per definitie moeilijk proces naar euthanasie. Het vinden van een ethische route binnen de schijnbaar strijdige uitgangspunten vormt een wezenlijke opgave.