Nederlandse financiële hulp aan het Gereformeerd College in Debrecen in de 18e eeuw

Debrecen staat bekend als het centrum van het Hongaarse Calvinisme. Na de verspreiding van de Reformatie onderhield het Gereformeerd College van de stad goede contacten met protestantse geloofsbroeders. Ook in tijd van nood kon men op hen rekenen. Nadat in 1752 de uitbetaling van salarissen van professoren door de Habsburgers was verboden, vroegen de Debrecense professoren om hulp bij de Nederlandse, Zwitserse en Engelse protestanten met wie ze door de peregrinatio academica van Debrecense studenten eeuwenoude contacten onderhielden. In deze bijdrage behandel ik de geschiedenis van de Nederlandse financiële hulp. Tussen 1756 en 1792 kreeg het College van Nederlandse synoden, de Amsterdamse kerkenraad en diaconie jaarlijks een bepaald bedrag meestal rond 300 gulden om het salaris van een professor mee te kunnen financieren. Hoewel dit geld niet voldoende was om het jaarsalaris van een hoogleraar te kunnen betalen, had het geld ook een symbolische en kerkpolitieke rol: De Nederlandse geloofsbroeders werden attent gemaakt op de moeilijke situatie van de Hongaarse protestanten.