{"title":"Adjectieven met voorzetselvoorwerp: een taalvergelijkende studie","authors":"Willy Vandeweghe","doi":"10.18290/rh23715sp-3","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"De meeste ruimtelijke voorzetsels dragen op een “OBJ-zoekende” (“Doel”) of “OBJ-vliedende” (“Bron”) manier bij aan de sententiële dynamiek. Deze neologistische termen worden gevormd naar het model van de bestaande termen “centripetaal” en “centrifugaal”. De dynamiek komt ook tot uiting wanneer deze voorzetsels in een vaste constructie staan met het werkwoord, met de PP als voorzetselobject. Wanneer ze in constructie zijn met een bijvoeglijk naamwoord, in het bijzonder een emotief, wordt men geconfronteerd met een dubbele oriëntatie. Dat wil zeggen, het door het predicaat gekozen object lijkt het Doel van de door het predicaat geïmpliceerde richting, maar tegelijkertijd kan men er de Bron in zien voor de in het predicaat beschreven emotie: het PP lijkt een “-petale” met een “-fugale” lezing te combineren. Deze oriënterende paradox leidt tot verschillende lexicale keuzes in verschillende talen zoals het Nederlands en het Frans. In dit artikel wordt het fenomeen onderzocht door de contrastieve reikwijdte uit te breiden tot gegevens uit het Tsjechisch en het Pools.","PeriodicalId":41095,"journal":{"name":"Roczniki Humanistyczne","volume":"5 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.1000,"publicationDate":"2023-10-20","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Roczniki Humanistyczne","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.18290/rh23715sp-3","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"0","JCRName":"HUMANITIES, MULTIDISCIPLINARY","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
De meeste ruimtelijke voorzetsels dragen op een “OBJ-zoekende” (“Doel”) of “OBJ-vliedende” (“Bron”) manier bij aan de sententiële dynamiek. Deze neologistische termen worden gevormd naar het model van de bestaande termen “centripetaal” en “centrifugaal”. De dynamiek komt ook tot uiting wanneer deze voorzetsels in een vaste constructie staan met het werkwoord, met de PP als voorzetselobject. Wanneer ze in constructie zijn met een bijvoeglijk naamwoord, in het bijzonder een emotief, wordt men geconfronteerd met een dubbele oriëntatie. Dat wil zeggen, het door het predicaat gekozen object lijkt het Doel van de door het predicaat geïmpliceerde richting, maar tegelijkertijd kan men er de Bron in zien voor de in het predicaat beschreven emotie: het PP lijkt een “-petale” met een “-fugale” lezing te combineren. Deze oriënterende paradox leidt tot verschillende lexicale keuzes in verschillende talen zoals het Nederlands en het Frans. In dit artikel wordt het fenomeen onderzocht door de contrastieve reikwijdte uit te breiden tot gegevens uit het Tsjechisch en het Pools.