患有耐药癫痫的儿童词汇迟缓与年龄有关——一项关于图像命名的研究

Q2 Arts and Humanities
Trudi De Koning, H. Versnel, Joost Meekes, Olga Braams, A. Jennekens-Schinkel
{"title":"患有耐药癫痫的儿童词汇迟缓与年龄有关——一项关于图像命名的研究","authors":"Trudi De Koning, H. Versnel, Joost Meekes, Olga Braams, A. Jennekens-Schinkel","doi":"10.21827/32.8310/2023-01","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Achtergrond en doel\nKinderen met epilepsie scoren bij taalonderzoek meestal significant lager dan gezonde leeftijdgenoten. Tot beter begrip hiervan vergeleken wij kinderen met farmacoresistente epilepsie met gezonde leeftijdgenoten in een benoemtaak als index van het lexicon. Onderzoeksvragen waren: verschillen de groepen in aantallen goede benoemingen en/of in hoeveelheid baat bij geboden hulp; hebben verwervingsleeftijd en gebruiksfrequentie van de woorden (namen van de afgebeelde voorwerpen) invloed; zijn de verschillen door de kindertijd heen gelijk; en is invloed vaststelbaar van epilepsievariabelen, demografische variabelen (leeftijd, geslacht, intelligentiequotiënt), en van de omgevingsvariabele opleiding van de ouders.\nMethode\nVijfenveertig kinderen met farmacoresistente epilepsie (leeftijd 3,4 - 17,9 jaar; 20 meisjes) en 86 gezonde, per patiënt op geslacht en leeftijd gematchte kinderen/jongeren benoemden lijntekeningen van voorwerpen die verwezen naar vroeggeleerde hoogfrequente (VH), vroeggeleerde laagfrequente (VL) en laatgeleerde laagfrequente woorden (LL).\nBij een willekeurig deel van de onjuiste of uitblijvende benoemingen gaf de onderzoeker hulp door een vraag te stellen naar de functie van het afgebeelde voorwerp. Als dat niet hielp, volgde een fonologische aanwijzing. Goede benoemingen en baat bij de hulp werden per categorie woorden geanalyseerd. Groepsverschillen werden niet-parametrisch getoetst. Exploratief werden met lineaire regressie ziekte- en andere invloeden geanalyseerd.\nResultaten\nEr was geen significant verschil in de percentages epilepsie- en controlekinderen die direct alle plaatjes goed benoemden. Ook de percentages kinderen die baat hadden bij hulp verschilden niet significant tussen beide groepen. Wel waren de gemiddelde benoemscores van de kinderen met epilepsie lager dan die van de controlekinderen. Dit groepsverschil verdween met toenemende leeftijd in de VH- en VL-woorden maar niet in de LL-woorden. De baat bij hulp nam in beide groepen toe met de leeftijd als het ging om VH- en VL-woorden. Voor LL-woorden toonde de epilepsiegroep minder leeftijdgebonden toename. Hoe vroeger in het leven de epilepsie was ontstaan, des te zwakker was het benoemen van de plaatjes die verwezen naar LL-woorden.\nConclusie\nKinderen met farmacoresistente epilepsie kunnen hun achterstand in ontwikkeling van het lexicon althans voor vroeg geleerde woorden inhalen. Ook bij kinderen met epilepsie stimuleert hulp (i.c. vragen naar de functie van het voorwerp of een fonologische aanwijzing) het zoeken in het lexicon.","PeriodicalId":38590,"journal":{"name":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","volume":"33 4 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2023-03-07","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"Lexicale achterstand van kinderen met farmacoresistente epilepsie is leeftijdsafhankelijk - Een onderzoek naar benoemen van afbeeldingen\",\"authors\":\"Trudi De Koning, H. Versnel, Joost Meekes, Olga Braams, A. Jennekens-Schinkel\",\"doi\":\"10.21827/32.8310/2023-01\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"Achtergrond en doel\\nKinderen met epilepsie scoren bij taalonderzoek meestal significant lager dan gezonde leeftijdgenoten. Tot beter begrip hiervan vergeleken wij kinderen met farmacoresistente epilepsie met gezonde leeftijdgenoten in een benoemtaak als index van het lexicon. Onderzoeksvragen waren: verschillen de groepen in aantallen goede benoemingen en/of in hoeveelheid baat bij geboden hulp; hebben verwervingsleeftijd en gebruiksfrequentie van de woorden (namen van de afgebeelde voorwerpen) invloed; zijn de verschillen door de kindertijd heen gelijk; en is invloed vaststelbaar van epilepsievariabelen, demografische variabelen (leeftijd, geslacht, intelligentiequotiënt), en van de omgevingsvariabele opleiding van de ouders.\\nMethode\\nVijfenveertig kinderen met farmacoresistente epilepsie (leeftijd 3,4 - 17,9 jaar; 20 meisjes) en 86 gezonde, per patiënt op geslacht en leeftijd gematchte kinderen/jongeren benoemden lijntekeningen van voorwerpen die verwezen naar vroeggeleerde hoogfrequente (VH), vroeggeleerde laagfrequente (VL) en laatgeleerde laagfrequente woorden (LL).\\nBij een willekeurig deel van de onjuiste of uitblijvende benoemingen gaf de onderzoeker hulp door een vraag te stellen naar de functie van het afgebeelde voorwerp. Als dat niet hielp, volgde een fonologische aanwijzing. Goede benoemingen en baat bij de hulp werden per categorie woorden geanalyseerd. Groepsverschillen werden niet-parametrisch getoetst. Exploratief werden met lineaire regressie ziekte- en andere invloeden geanalyseerd.\\nResultaten\\nEr was geen significant verschil in de percentages epilepsie- en controlekinderen die direct alle plaatjes goed benoemden. Ook de percentages kinderen die baat hadden bij hulp verschilden niet significant tussen beide groepen. Wel waren de gemiddelde benoemscores van de kinderen met epilepsie lager dan die van de controlekinderen. Dit groepsverschil verdween met toenemende leeftijd in de VH- en VL-woorden maar niet in de LL-woorden. De baat bij hulp nam in beide groepen toe met de leeftijd als het ging om VH- en VL-woorden. Voor LL-woorden toonde de epilepsiegroep minder leeftijdgebonden toename. Hoe vroeger in het leven de epilepsie was ontstaan, des te zwakker was het benoemen van de plaatjes die verwezen naar LL-woorden.\\nConclusie\\nKinderen met farmacoresistente epilepsie kunnen hun achterstand in ontwikkeling van het lexicon althans voor vroeg geleerde woorden inhalen. Ook bij kinderen met epilepsie stimuleert hulp (i.c. vragen naar de functie van het voorwerp of een fonologische aanwijzing) het zoeken in het lexicon.\",\"PeriodicalId\":38590,\"journal\":{\"name\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"volume\":\"33 4 1\",\"pages\":\"\"},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2023-03-07\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.21827/32.8310/2023-01\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"Q2\",\"JCRName\":\"Arts and Humanities\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.21827/32.8310/2023-01","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q2","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0

摘要

癫痫的背景和目标儿童在语言研究中的得分通常明显低于健康的同龄人。为了更好地理解这一点,我们将儿童与同年龄的健康受试者进行了比较,并将其作为词汇表的索引。研究问题包括:不同的小组在良好的任命数量和/或从提供的援助中获得的利益数量上存在差异;单词(所示对象的名称)的获取年龄和使用频率有影响;儿童时期的差异是相似的;癫痫变量、人口统计变量(年龄、性别、智商)和父母教育环境变量的影响是可以确定的。方法45名儿童患有难治性癫痫(3、4 - 17、9岁);20名女孩)和86名健康的儿童/青少年,每个病人的性别和年龄匹配,命名了与早期学习高频(VH)、早期学习低频(VL)和晚期学习低频(LL)相关的物品的线条图。在不正确或不确定的约会中,研究者通过询问所描绘对象的功能来提供帮助。如果没有帮助,就会出现音位线索。对每个类别的单词进行了良好的预约和帮助。对群体差异进行了非参数检验。以探索性的方式分析了疾病和其他影响的线性回归。结果癫痫和对照组儿童的百分比没有显著差异,他们立即正确地命名了所有的图像。受益于援助的儿童比例在两组之间也没有显著差异。然而,癫痫儿童的平均评分低于对照组。随着年龄的增长,VH和vl单词的群体差异消失了,而ll单词的群体差异却消失了。当涉及到VH和vl单词时,这两组的帮助益处都随着年龄的增长而增加。对于ll字,癫痫组显示出较少的年龄相关增长。在过去的生活中,癫痫的起源越早,就越弱地提到了ll -单词的图片。结论:患有耐药癫痫的儿童至少可以弥补早期学习词汇的不足。对于患有癫痫的儿童,帮助(例如询问物体的功能或语音提示)也会刺激词汇搜索。
本文章由计算机程序翻译,如有差异,请以英文原文为准。
Lexicale achterstand van kinderen met farmacoresistente epilepsie is leeftijdsafhankelijk - Een onderzoek naar benoemen van afbeeldingen
Achtergrond en doel Kinderen met epilepsie scoren bij taalonderzoek meestal significant lager dan gezonde leeftijdgenoten. Tot beter begrip hiervan vergeleken wij kinderen met farmacoresistente epilepsie met gezonde leeftijdgenoten in een benoemtaak als index van het lexicon. Onderzoeksvragen waren: verschillen de groepen in aantallen goede benoemingen en/of in hoeveelheid baat bij geboden hulp; hebben verwervingsleeftijd en gebruiksfrequentie van de woorden (namen van de afgebeelde voorwerpen) invloed; zijn de verschillen door de kindertijd heen gelijk; en is invloed vaststelbaar van epilepsievariabelen, demografische variabelen (leeftijd, geslacht, intelligentiequotiënt), en van de omgevingsvariabele opleiding van de ouders. Methode Vijfenveertig kinderen met farmacoresistente epilepsie (leeftijd 3,4 - 17,9 jaar; 20 meisjes) en 86 gezonde, per patiënt op geslacht en leeftijd gematchte kinderen/jongeren benoemden lijntekeningen van voorwerpen die verwezen naar vroeggeleerde hoogfrequente (VH), vroeggeleerde laagfrequente (VL) en laatgeleerde laagfrequente woorden (LL). Bij een willekeurig deel van de onjuiste of uitblijvende benoemingen gaf de onderzoeker hulp door een vraag te stellen naar de functie van het afgebeelde voorwerp. Als dat niet hielp, volgde een fonologische aanwijzing. Goede benoemingen en baat bij de hulp werden per categorie woorden geanalyseerd. Groepsverschillen werden niet-parametrisch getoetst. Exploratief werden met lineaire regressie ziekte- en andere invloeden geanalyseerd. Resultaten Er was geen significant verschil in de percentages epilepsie- en controlekinderen die direct alle plaatjes goed benoemden. Ook de percentages kinderen die baat hadden bij hulp verschilden niet significant tussen beide groepen. Wel waren de gemiddelde benoemscores van de kinderen met epilepsie lager dan die van de controlekinderen. Dit groepsverschil verdween met toenemende leeftijd in de VH- en VL-woorden maar niet in de LL-woorden. De baat bij hulp nam in beide groepen toe met de leeftijd als het ging om VH- en VL-woorden. Voor LL-woorden toonde de epilepsiegroep minder leeftijdgebonden toename. Hoe vroeger in het leven de epilepsie was ontstaan, des te zwakker was het benoemen van de plaatjes die verwezen naar LL-woorden. Conclusie Kinderen met farmacoresistente epilepsie kunnen hun achterstand in ontwikkeling van het lexicon althans voor vroeg geleerde woorden inhalen. Ook bij kinderen met epilepsie stimuleert hulp (i.c. vragen naar de functie van het voorwerp of een fonologische aanwijzing) het zoeken in het lexicon.
求助全文
通过发布文献求助,成功后即可免费获取论文全文。 去求助
来源期刊
Stem-, Spraak- en Taalpathologie
Stem-, Spraak- en Taalpathologie Arts and Humanities-Language and Linguistics
CiteScore
0.30
自引率
0.00%
发文量
20
审稿时长
26 weeks
×
引用
GB/T 7714-2015
复制
MLA
复制
APA
复制
导出至
BibTeX EndNote RefMan NoteFirst NoteExpress
×
提示
您的信息不完整,为了账户安全,请先补充。
现在去补充
×
提示
您因"违规操作"
具体请查看互助需知
我知道了
×
提示
确定
请完成安全验证×
copy
已复制链接
快去分享给好友吧!
我知道了
右上角分享
点击右上角分享
0
联系我们:info@booksci.cn Book学术提供免费学术资源搜索服务,方便国内外学者检索中英文文献。致力于提供最便捷和优质的服务体验。 Copyright © 2023 布克学术 All rights reserved.
京ICP备2023020795号-1
ghs 京公网安备 11010802042870号
Book学术文献互助
Book学术文献互助群
群 号:481959085
Book学术官方微信