{"title":"利用磁通造影作为一种大脑成像技术来研究口吃发育中的神经过程","authors":"L. D. Nil, Douglas Cheyne, Anna Mersov","doi":"10.21827/5c066b80631ba","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Hersenbeeldvormingsonderzoek heeft belangrijke functionele en structurele verschillen tussen de hersenen van mensen die stotteren en typisch vloeiende sprekers onthuld. Deze verschillen hebben onderzoekers toegestaan om het ontstaan en de ontwikkeling van stotteren bij kinderen en volwassenen beter te begrijpen. Echter, tot voor kort was het voor hersenonderzoekers moeilijk, zo niet onmogelijk, om neurale processen tijdens de planning en productie van individuele gestotterde of vloeiend gesproken woorden te onderzoeken. Een relatieve nieuwe hersenbeeldvormingstechniek, magnetoencefalografie (MEG), biedt onderzoekers nu de mogelijkheid om subtiele modulaties in neurale processen op het milliseconde niveau te analyseren terwijl een spreker zich voorbereidt op het zeggen van een individueel woord. In dit artikel introduceren we MEG en de wijze waarop het gebruikt kan worden om spraak te bestuderen, gevolgd door een discussie van enkele recente bevindingen omtrent stotteren. Vervolgens illustreren we het gebruik van MEG voor de studie van vloeiende en gestotterde spraakproductie met behulp van voorlopige resultaten van twee recente studies uitgevoerd bij onze onderzoeksgroep. In de eerste studie onderzochten we het tijdsverloop van neurale activatie tijdens zowel een spreek- als een non-spreek (knopdruk) taak. De resultaten onthulden vergelijkbare resultaten voor de spreek- en non-spreekktaken, en lieten zien hoe taakcomplexiteit neurale verwerking kan beïnvloeden. Studie 2 rapporteert resultaten van een studie die stotterende en niet-stotterende sprekers vergeleek tijdens spraakproductie. De resultaten suggereerden dat verschillen in de betrokkenheid van de motorcortex kunnen worden getimed om samen te vallen met spraakplanning voorafgaand aan bewegingsinitiatie. Dergelijk onderzoek toont aan dat MEG veelbelovend is om ons begrip te bevorderen van neurale triggers die geassocieerd worden met het optreden van stotteren in spraak. De bevindingen kunnen klinisch onderzoekers in staat stellen om te zoeken naar manieren om klinische interventie aan te passen teneinde de rol van dergelijke triggers te minimaliseren of te voorkomen.","PeriodicalId":38590,"journal":{"name":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","volume":"5 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2018-12-04","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"Het gebruik van magnetoencefalografie als hersenbeeldvormingstechniek voor het bestuderen van neurale processen bij ontwikkelingsstotteren\",\"authors\":\"L. D. Nil, Douglas Cheyne, Anna Mersov\",\"doi\":\"10.21827/5c066b80631ba\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"Hersenbeeldvormingsonderzoek heeft belangrijke functionele en structurele verschillen tussen de hersenen van mensen die stotteren en typisch vloeiende sprekers onthuld. Deze verschillen hebben onderzoekers toegestaan om het ontstaan en de ontwikkeling van stotteren bij kinderen en volwassenen beter te begrijpen. Echter, tot voor kort was het voor hersenonderzoekers moeilijk, zo niet onmogelijk, om neurale processen tijdens de planning en productie van individuele gestotterde of vloeiend gesproken woorden te onderzoeken. Een relatieve nieuwe hersenbeeldvormingstechniek, magnetoencefalografie (MEG), biedt onderzoekers nu de mogelijkheid om subtiele modulaties in neurale processen op het milliseconde niveau te analyseren terwijl een spreker zich voorbereidt op het zeggen van een individueel woord. In dit artikel introduceren we MEG en de wijze waarop het gebruikt kan worden om spraak te bestuderen, gevolgd door een discussie van enkele recente bevindingen omtrent stotteren. Vervolgens illustreren we het gebruik van MEG voor de studie van vloeiende en gestotterde spraakproductie met behulp van voorlopige resultaten van twee recente studies uitgevoerd bij onze onderzoeksgroep. In de eerste studie onderzochten we het tijdsverloop van neurale activatie tijdens zowel een spreek- als een non-spreek (knopdruk) taak. De resultaten onthulden vergelijkbare resultaten voor de spreek- en non-spreekktaken, en lieten zien hoe taakcomplexiteit neurale verwerking kan beïnvloeden. Studie 2 rapporteert resultaten van een studie die stotterende en niet-stotterende sprekers vergeleek tijdens spraakproductie. De resultaten suggereerden dat verschillen in de betrokkenheid van de motorcortex kunnen worden getimed om samen te vallen met spraakplanning voorafgaand aan bewegingsinitiatie. Dergelijk onderzoek toont aan dat MEG veelbelovend is om ons begrip te bevorderen van neurale triggers die geassocieerd worden met het optreden van stotteren in spraak. De bevindingen kunnen klinisch onderzoekers in staat stellen om te zoeken naar manieren om klinische interventie aan te passen teneinde de rol van dergelijke triggers te minimaliseren of te voorkomen.\",\"PeriodicalId\":38590,\"journal\":{\"name\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"volume\":\"5 1\",\"pages\":\"\"},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2018-12-04\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.21827/5c066b80631ba\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"Q2\",\"JCRName\":\"Arts and Humanities\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.21827/5c066b80631ba","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q2","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
Het gebruik van magnetoencefalografie als hersenbeeldvormingstechniek voor het bestuderen van neurale processen bij ontwikkelingsstotteren
Hersenbeeldvormingsonderzoek heeft belangrijke functionele en structurele verschillen tussen de hersenen van mensen die stotteren en typisch vloeiende sprekers onthuld. Deze verschillen hebben onderzoekers toegestaan om het ontstaan en de ontwikkeling van stotteren bij kinderen en volwassenen beter te begrijpen. Echter, tot voor kort was het voor hersenonderzoekers moeilijk, zo niet onmogelijk, om neurale processen tijdens de planning en productie van individuele gestotterde of vloeiend gesproken woorden te onderzoeken. Een relatieve nieuwe hersenbeeldvormingstechniek, magnetoencefalografie (MEG), biedt onderzoekers nu de mogelijkheid om subtiele modulaties in neurale processen op het milliseconde niveau te analyseren terwijl een spreker zich voorbereidt op het zeggen van een individueel woord. In dit artikel introduceren we MEG en de wijze waarop het gebruikt kan worden om spraak te bestuderen, gevolgd door een discussie van enkele recente bevindingen omtrent stotteren. Vervolgens illustreren we het gebruik van MEG voor de studie van vloeiende en gestotterde spraakproductie met behulp van voorlopige resultaten van twee recente studies uitgevoerd bij onze onderzoeksgroep. In de eerste studie onderzochten we het tijdsverloop van neurale activatie tijdens zowel een spreek- als een non-spreek (knopdruk) taak. De resultaten onthulden vergelijkbare resultaten voor de spreek- en non-spreekktaken, en lieten zien hoe taakcomplexiteit neurale verwerking kan beïnvloeden. Studie 2 rapporteert resultaten van een studie die stotterende en niet-stotterende sprekers vergeleek tijdens spraakproductie. De resultaten suggereerden dat verschillen in de betrokkenheid van de motorcortex kunnen worden getimed om samen te vallen met spraakplanning voorafgaand aan bewegingsinitiatie. Dergelijk onderzoek toont aan dat MEG veelbelovend is om ons begrip te bevorderen van neurale triggers die geassocieerd worden met het optreden van stotteren in spraak. De bevindingen kunnen klinisch onderzoekers in staat stellen om te zoeken naar manieren om klinische interventie aan te passen teneinde de rol van dergelijke triggers te minimaliseren of te voorkomen.