{"title":"在高等教育中成功地克服了阅读障碍","authors":"Wim Tops, Maaike Callens, M. Brysbaert","doi":"10.21827/32.8310/2021-54","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Tussen 2009 en 2015 ging aan de Universiteit Gent een grootschalig, longitudinaal onderzoek van start naar studeren met dyslexie in het hoger. Het doel was een breed beeld te krijgen van studenten met dyslexie die starten in het hoger onderwijs in Vlaanderen. Daarnaast werden deze studenten gedurende 3 academiejaren gemonitord om een beter beeld te krijgen van hun studievoortgang en studieresultaten.\nAls groep presteerden de studenten met dyslexie vaak lager dan de studenten zonder dyslexie, vooral voor lezen en spellen. Spelling was meer aangedaan dan lezen. Daarnaast hadden studenten met dyslexie een lagere verwerkingssnelheid dan studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden ook meer tijd nodig om verbale informatie uit hun langetermijngeheugen op te roepen (bijvoorbeeld eenvoudige rekenfeiten) dan studenten zonder dyslexie. Wat (vloeiende) intelligentie betreft werd er geen verschil gevonden tussen beide groepen.\nWat de slaagcijfers betreft, behaalden 70% van de controlestudenten tegenover 57% van de studenten met dyslexie na drie jaar een bachelordiploma. Echter bleek dit verschil niet significant. Daarnaast zagen we bij studenten met dyslexie wel significant hogere dropoutcijfers in vergelijking met studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden een verhoogde kans om tijdens het academiejaar hun studierichting af te breken en/of van richting te veranderen. Momenteel wordt onderzocht welke factoren hiervoor verantwoordelijk zijn.\nEen belangrijke bevinding van deze studie blijft dat studenten met dyslexie ontegensprekelijk voor extra uitdagingen staan maar dat verder studeren ook voor hen zeker een haalbare kaart is. Studenten met dyslexie zijn dan ook gebaat bij een goede studiekeuzebegeleiding en voorbereiding van hun transitie van het secundair naar het hoger onderwijs.","PeriodicalId":38590,"journal":{"name":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","volume":"189 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2018-11-22","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"Slagen met dyslexie in het hoger onderwijs\",\"authors\":\"Wim Tops, Maaike Callens, M. Brysbaert\",\"doi\":\"10.21827/32.8310/2021-54\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"Tussen 2009 en 2015 ging aan de Universiteit Gent een grootschalig, longitudinaal onderzoek van start naar studeren met dyslexie in het hoger. Het doel was een breed beeld te krijgen van studenten met dyslexie die starten in het hoger onderwijs in Vlaanderen. Daarnaast werden deze studenten gedurende 3 academiejaren gemonitord om een beter beeld te krijgen van hun studievoortgang en studieresultaten.\\nAls groep presteerden de studenten met dyslexie vaak lager dan de studenten zonder dyslexie, vooral voor lezen en spellen. Spelling was meer aangedaan dan lezen. Daarnaast hadden studenten met dyslexie een lagere verwerkingssnelheid dan studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden ook meer tijd nodig om verbale informatie uit hun langetermijngeheugen op te roepen (bijvoorbeeld eenvoudige rekenfeiten) dan studenten zonder dyslexie. Wat (vloeiende) intelligentie betreft werd er geen verschil gevonden tussen beide groepen.\\nWat de slaagcijfers betreft, behaalden 70% van de controlestudenten tegenover 57% van de studenten met dyslexie na drie jaar een bachelordiploma. Echter bleek dit verschil niet significant. Daarnaast zagen we bij studenten met dyslexie wel significant hogere dropoutcijfers in vergelijking met studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden een verhoogde kans om tijdens het academiejaar hun studierichting af te breken en/of van richting te veranderen. Momenteel wordt onderzocht welke factoren hiervoor verantwoordelijk zijn.\\nEen belangrijke bevinding van deze studie blijft dat studenten met dyslexie ontegensprekelijk voor extra uitdagingen staan maar dat verder studeren ook voor hen zeker een haalbare kaart is. Studenten met dyslexie zijn dan ook gebaat bij een goede studiekeuzebegeleiding en voorbereiding van hun transitie van het secundair naar het hoger onderwijs.\",\"PeriodicalId\":38590,\"journal\":{\"name\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"volume\":\"189 1\",\"pages\":\"\"},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2018-11-22\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"Stem-, Spraak- en Taalpathologie\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.21827/32.8310/2021-54\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"Q2\",\"JCRName\":\"Arts and Humanities\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.21827/32.8310/2021-54","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q2","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
Tussen 2009 en 2015 ging aan de Universiteit Gent een grootschalig, longitudinaal onderzoek van start naar studeren met dyslexie in het hoger. Het doel was een breed beeld te krijgen van studenten met dyslexie die starten in het hoger onderwijs in Vlaanderen. Daarnaast werden deze studenten gedurende 3 academiejaren gemonitord om een beter beeld te krijgen van hun studievoortgang en studieresultaten.
Als groep presteerden de studenten met dyslexie vaak lager dan de studenten zonder dyslexie, vooral voor lezen en spellen. Spelling was meer aangedaan dan lezen. Daarnaast hadden studenten met dyslexie een lagere verwerkingssnelheid dan studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden ook meer tijd nodig om verbale informatie uit hun langetermijngeheugen op te roepen (bijvoorbeeld eenvoudige rekenfeiten) dan studenten zonder dyslexie. Wat (vloeiende) intelligentie betreft werd er geen verschil gevonden tussen beide groepen.
Wat de slaagcijfers betreft, behaalden 70% van de controlestudenten tegenover 57% van de studenten met dyslexie na drie jaar een bachelordiploma. Echter bleek dit verschil niet significant. Daarnaast zagen we bij studenten met dyslexie wel significant hogere dropoutcijfers in vergelijking met studenten zonder dyslexie. Studenten met dyslexie hadden een verhoogde kans om tijdens het academiejaar hun studierichting af te breken en/of van richting te veranderen. Momenteel wordt onderzocht welke factoren hiervoor verantwoordelijk zijn.
Een belangrijke bevinding van deze studie blijft dat studenten met dyslexie ontegensprekelijk voor extra uitdagingen staan maar dat verder studeren ook voor hen zeker een haalbare kaart is. Studenten met dyslexie zijn dan ook gebaat bij een goede studiekeuzebegeleiding en voorbereiding van hun transitie van het secundair naar het hoger onderwijs.