{"title":"法律、宗教和身体完整","authors":"S. Wahedi","doi":"10.7590/ntkr_2022_011","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Waar vrijheid van godsdienst constitutioneel is gewaarborgd, is er ook altijd een discussie over de reikwijdte van dit recht. Want wat valt er nu rechtens onder de beschermingssfeer van godsdienstvrijheid? Deze discussie wordt doorgaans veroorzaakt door algemeen geldende normen die in de praktijk een belemmering of een beperking vormen voor en van de ‘vrije’ uitoefening van godsdienst, of beter gezegd: praktijken met een ‘religieuze’ dimensie. Denk hierbij aan polygame huwelijken: weliswaar toegestaan volgens sommige tradities, maar naar Nederlands recht zowel civielals strafrechtelijk verboden. Ook het gebruik van verboden middelen, zoals drugs, voor religieuze doeleinden, is een goed voorbeeld van een naar de letter van de wet verboden praktijk. Denk hierbij aan het verboden middel ayahuasca dat door leden van de Santo Daimekerk wordt gebruikt. Meer ingrijpend zijn praktijken met een religieuze dimensie die (een onherstelbare) inbreuk maken op het lichaam. Bekende voorbeelden hiervan zijn rituele jongensen meisjesbesnijdenis. Hoewel in de afgelopen jaren veel onderzoek is verricht naar de verhouding tussen recht en religie, blijft de dynamiek tussen het recht dat normstellend is en religie die eigen interne normen en gebruiken heeft, die soms indruisen tegen het wettelijke kader, een fascinerende. In dit verband zijn definitieve antwoorden op concrete vraagstukken moeilijk te geven, zoals die over de toelaatbaarheid van normafwijkende religieuze praktijken. Denk hierbij aan de toelaatbaarheid van gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte: volgens een groot aantal rechtstheoretici een toelaatbare manifestatie van godsdienst; volgens de rechtspraak een ontoelaatbare inbreuk op de rechten en vrijheden","PeriodicalId":211761,"journal":{"name":"NTKR, Tijdschrift voor Recht en Religie","volume":"33 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2022-12-14","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"Recht, religie en lichamelijke integriteit\",\"authors\":\"S. Wahedi\",\"doi\":\"10.7590/ntkr_2022_011\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"Waar vrijheid van godsdienst constitutioneel is gewaarborgd, is er ook altijd een discussie over de reikwijdte van dit recht. Want wat valt er nu rechtens onder de beschermingssfeer van godsdienstvrijheid? Deze discussie wordt doorgaans veroorzaakt door algemeen geldende normen die in de praktijk een belemmering of een beperking vormen voor en van de ‘vrije’ uitoefening van godsdienst, of beter gezegd: praktijken met een ‘religieuze’ dimensie. Denk hierbij aan polygame huwelijken: weliswaar toegestaan volgens sommige tradities, maar naar Nederlands recht zowel civielals strafrechtelijk verboden. Ook het gebruik van verboden middelen, zoals drugs, voor religieuze doeleinden, is een goed voorbeeld van een naar de letter van de wet verboden praktijk. Denk hierbij aan het verboden middel ayahuasca dat door leden van de Santo Daimekerk wordt gebruikt. Meer ingrijpend zijn praktijken met een religieuze dimensie die (een onherstelbare) inbreuk maken op het lichaam. Bekende voorbeelden hiervan zijn rituele jongensen meisjesbesnijdenis. Hoewel in de afgelopen jaren veel onderzoek is verricht naar de verhouding tussen recht en religie, blijft de dynamiek tussen het recht dat normstellend is en religie die eigen interne normen en gebruiken heeft, die soms indruisen tegen het wettelijke kader, een fascinerende. In dit verband zijn definitieve antwoorden op concrete vraagstukken moeilijk te geven, zoals die over de toelaatbaarheid van normafwijkende religieuze praktijken. Denk hierbij aan de toelaatbaarheid van gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte: volgens een groot aantal rechtstheoretici een toelaatbare manifestatie van godsdienst; volgens de rechtspraak een ontoelaatbare inbreuk op de rechten en vrijheden\",\"PeriodicalId\":211761,\"journal\":{\"name\":\"NTKR, Tijdschrift voor Recht en Religie\",\"volume\":\"33 1\",\"pages\":\"0\"},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2022-12-14\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"NTKR, Tijdschrift voor Recht en Religie\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.7590/ntkr_2022_011\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"\",\"JCRName\":\"\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"NTKR, Tijdschrift voor Recht en Religie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.7590/ntkr_2022_011","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
Waar vrijheid van godsdienst constitutioneel is gewaarborgd, is er ook altijd een discussie over de reikwijdte van dit recht. Want wat valt er nu rechtens onder de beschermingssfeer van godsdienstvrijheid? Deze discussie wordt doorgaans veroorzaakt door algemeen geldende normen die in de praktijk een belemmering of een beperking vormen voor en van de ‘vrije’ uitoefening van godsdienst, of beter gezegd: praktijken met een ‘religieuze’ dimensie. Denk hierbij aan polygame huwelijken: weliswaar toegestaan volgens sommige tradities, maar naar Nederlands recht zowel civielals strafrechtelijk verboden. Ook het gebruik van verboden middelen, zoals drugs, voor religieuze doeleinden, is een goed voorbeeld van een naar de letter van de wet verboden praktijk. Denk hierbij aan het verboden middel ayahuasca dat door leden van de Santo Daimekerk wordt gebruikt. Meer ingrijpend zijn praktijken met een religieuze dimensie die (een onherstelbare) inbreuk maken op het lichaam. Bekende voorbeelden hiervan zijn rituele jongensen meisjesbesnijdenis. Hoewel in de afgelopen jaren veel onderzoek is verricht naar de verhouding tussen recht en religie, blijft de dynamiek tussen het recht dat normstellend is en religie die eigen interne normen en gebruiken heeft, die soms indruisen tegen het wettelijke kader, een fascinerende. In dit verband zijn definitieve antwoorden op concrete vraagstukken moeilijk te geven, zoals die over de toelaatbaarheid van normafwijkende religieuze praktijken. Denk hierbij aan de toelaatbaarheid van gezichtsbedekkende kleding in de openbare ruimte: volgens een groot aantal rechtstheoretici een toelaatbare manifestatie van godsdienst; volgens de rechtspraak een ontoelaatbare inbreuk op de rechten en vrijheden