{"title":"\"我在犯罪学方面是个笨蛋\"","authors":"Tom Daems, R. Swaaningen","doi":"10.5553/tcc/221195072019009001003","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"We ontmoeten Pieter Spierenburg op 2 november 2018 in zijn woning in een sta‐ tig pand in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt, gelegen aan het water, op een steenworp afstand van het Centraal Station. In de woonkamer hangt een prach‐ tige prent van ’s werelds bekendste correctiehuis, het Amsterdamse Rasphuis, dat in 1596 de deuren opende: dat is geen toeval uiteraard, gezien Spierenburgs his‐ torisch-criminologische expertise. Tegenwoordig verschaft de gerestaureerde poort van het ter ziele gegane Rasphuis aan de Heiligeweg toegang tot een winkel‐ centrum. Een bronzen plakkaat met beknopte toelichting gericht aan voorbijgan‐ gers en toeristen en het woord ‘Castigatio’ (kastijding) herinneren nog aan het harde labeur dat hier werd verricht bij het raspen van Braziliaans hout tot grond‐ stof voor verf. Arbeidsdiscipline en werkethiek maken thans plaats voor koopge‐ drag: het symboliseert treffend de overgang van een producentennaar een con‐ sumentenmaatschappij, zoals Zygmunt Bauman het heeft getypeerd. De voorbije veertig jaar heeft Spierenburg internationaal naam en faam verwor‐ ven met zijn onderzoek naar de geschiedenis van bestraffing en geweld. Het nut van de historische criminologie, zo stelde hij aan het einde van de oratie die hij op 7 september 2007 uitsprak aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ‘ligt niet alleen op het terrein van de verdiepende kennis, maar ook in de correctie van beleidsmatige veronderstellingen over de maatschappelijke achtergronden van criminaliteit en sociale controle. Uit het verleden vallen geen eenvoudige lessen te destilleren; wel helpt een historische analyse om eigentijdse problemen in een breder kader te plaatsen’ (Spierenburg, 2007: 102). Vraagstukken die betrekking","PeriodicalId":270645,"journal":{"name":"Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit","volume":"246 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2019-07-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":"{\"title\":\"‘Ik ben een beunhaas in\\n de criminologie’\",\"authors\":\"Tom Daems, R. Swaaningen\",\"doi\":\"10.5553/tcc/221195072019009001003\",\"DOIUrl\":null,\"url\":null,\"abstract\":\"We ontmoeten Pieter Spierenburg op 2 november 2018 in zijn woning in een sta‐ tig pand in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt, gelegen aan het water, op een steenworp afstand van het Centraal Station. In de woonkamer hangt een prach‐ tige prent van ’s werelds bekendste correctiehuis, het Amsterdamse Rasphuis, dat in 1596 de deuren opende: dat is geen toeval uiteraard, gezien Spierenburgs his‐ torisch-criminologische expertise. Tegenwoordig verschaft de gerestaureerde poort van het ter ziele gegane Rasphuis aan de Heiligeweg toegang tot een winkel‐ centrum. Een bronzen plakkaat met beknopte toelichting gericht aan voorbijgan‐ gers en toeristen en het woord ‘Castigatio’ (kastijding) herinneren nog aan het harde labeur dat hier werd verricht bij het raspen van Braziliaans hout tot grond‐ stof voor verf. Arbeidsdiscipline en werkethiek maken thans plaats voor koopge‐ drag: het symboliseert treffend de overgang van een producentennaar een con‐ sumentenmaatschappij, zoals Zygmunt Bauman het heeft getypeerd. De voorbije veertig jaar heeft Spierenburg internationaal naam en faam verwor‐ ven met zijn onderzoek naar de geschiedenis van bestraffing en geweld. Het nut van de historische criminologie, zo stelde hij aan het einde van de oratie die hij op 7 september 2007 uitsprak aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ‘ligt niet alleen op het terrein van de verdiepende kennis, maar ook in de correctie van beleidsmatige veronderstellingen over de maatschappelijke achtergronden van criminaliteit en sociale controle. Uit het verleden vallen geen eenvoudige lessen te destilleren; wel helpt een historische analyse om eigentijdse problemen in een breder kader te plaatsen’ (Spierenburg, 2007: 102). Vraagstukken die betrekking\",\"PeriodicalId\":270645,\"journal\":{\"name\":\"Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit\",\"volume\":\"246 1\",\"pages\":\"0\"},\"PeriodicalIF\":0.0000,\"publicationDate\":\"2019-07-01\",\"publicationTypes\":\"Journal Article\",\"fieldsOfStudy\":null,\"isOpenAccess\":false,\"openAccessPdf\":\"\",\"citationCount\":\"0\",\"resultStr\":null,\"platform\":\"Semanticscholar\",\"paperid\":null,\"PeriodicalName\":\"Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit\",\"FirstCategoryId\":\"1085\",\"ListUrlMain\":\"https://doi.org/10.5553/tcc/221195072019009001003\",\"RegionNum\":0,\"RegionCategory\":null,\"ArticlePicture\":[],\"TitleCN\":null,\"AbstractTextCN\":null,\"PMCID\":null,\"EPubDate\":\"\",\"PubModel\":\"\",\"JCR\":\"\",\"JCRName\":\"\",\"Score\":null,\"Total\":0}","platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5553/tcc/221195072019009001003","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
We ontmoeten Pieter Spierenburg op 2 november 2018 in zijn woning in een sta‐ tig pand in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt, gelegen aan het water, op een steenworp afstand van het Centraal Station. In de woonkamer hangt een prach‐ tige prent van ’s werelds bekendste correctiehuis, het Amsterdamse Rasphuis, dat in 1596 de deuren opende: dat is geen toeval uiteraard, gezien Spierenburgs his‐ torisch-criminologische expertise. Tegenwoordig verschaft de gerestaureerde poort van het ter ziele gegane Rasphuis aan de Heiligeweg toegang tot een winkel‐ centrum. Een bronzen plakkaat met beknopte toelichting gericht aan voorbijgan‐ gers en toeristen en het woord ‘Castigatio’ (kastijding) herinneren nog aan het harde labeur dat hier werd verricht bij het raspen van Braziliaans hout tot grond‐ stof voor verf. Arbeidsdiscipline en werkethiek maken thans plaats voor koopge‐ drag: het symboliseert treffend de overgang van een producentennaar een con‐ sumentenmaatschappij, zoals Zygmunt Bauman het heeft getypeerd. De voorbije veertig jaar heeft Spierenburg internationaal naam en faam verwor‐ ven met zijn onderzoek naar de geschiedenis van bestraffing en geweld. Het nut van de historische criminologie, zo stelde hij aan het einde van de oratie die hij op 7 september 2007 uitsprak aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ‘ligt niet alleen op het terrein van de verdiepende kennis, maar ook in de correctie van beleidsmatige veronderstellingen over de maatschappelijke achtergronden van criminaliteit en sociale controle. Uit het verleden vallen geen eenvoudige lessen te destilleren; wel helpt een historische analyse om eigentijdse problemen in een breder kader te plaatsen’ (Spierenburg, 2007: 102). Vraagstukken die betrekking