{"title":"Boekbespreking","authors":"Jan Vanhove","doi":"10.5117/tet2019.1.boek","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Het uitvoerig, of zelfs maar kort, bespreken van een werk als het bovengenoemde is geen gemakkelijke taak. Ware het niet dat ik daartoe werd uitgenoodigd door de Redactie van dit Tijdschrift dan had ik de hier volgende bespreking niet geschreven. Dit dikke boek van 745 bladzijden, verdeeld in 941 secties of paragraphen, met 183 platen en 341 afbeeldingen in den tekst, bevat zoo'n schat van gegevens — een waar cmöarras ^e nc/iesse — dat de recensent nauwelijks weet hoe en waar te beginnen en te eindigen. Wanneer Dr. Roth dit werk bescheidenlijk een „inleidende studie\" noemt, van welken omvang zal dan de eigenlijke studie wel worden? Veel zal, denk ik, afhangen van de resultaten van Roth's tegenwoordige onderzoekingen, want deze onvermoeide ethnoloog heeft nogmaals de roepstem der wildernis gehoord. Hij bevindt zich thans weder onder de Indianen. Met lm Thurn's baanbrekend werk /lmo«g </̂ /w^ians 0/ Gwiawa en de Goeje's .Byirflgew behoort deze studie van Roth, evenals zijn 4̂w /nywtVy iwfo /Ae ^4«iwtsw a«^ .FoZè/ore 0/ i/te GMtarca i»rfta»s *), tot het allerbeste over de volkenkunde der Guyana's in de laatste veertig jaren. Zij vormen den grondslag waarop alle latere onderzoekers zullen moeten voortbouwen. Een werk als het onderhavige kan slechts een geschoold veldethnoloog tot stand brengen, maar een die, met een onuitputtelijk geduld en scherp waarnemingsvermogen, tevens sympathie heeft voor zijn onderzoekingsmateriaal en primitieve menschen. Bovendien behoort hij goed thuis te zijn in de betreffende literatuur. Wanneer een schrijver begint met te zeggen dat zijn opgaaf niet volledig is, dan is de recensent al van zelf ontwapend. De door Roth ge-","PeriodicalId":30675,"journal":{"name":"Taal en Tongval Language Variation in the Low Countries","volume":"25 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2019-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Taal en Tongval Language Variation in the Low Countries","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5117/tet2019.1.boek","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Het uitvoerig, of zelfs maar kort, bespreken van een werk als het bovengenoemde is geen gemakkelijke taak. Ware het niet dat ik daartoe werd uitgenoodigd door de Redactie van dit Tijdschrift dan had ik de hier volgende bespreking niet geschreven. Dit dikke boek van 745 bladzijden, verdeeld in 941 secties of paragraphen, met 183 platen en 341 afbeeldingen in den tekst, bevat zoo'n schat van gegevens — een waar cmöarras ^e nc/iesse — dat de recensent nauwelijks weet hoe en waar te beginnen en te eindigen. Wanneer Dr. Roth dit werk bescheidenlijk een „inleidende studie" noemt, van welken omvang zal dan de eigenlijke studie wel worden? Veel zal, denk ik, afhangen van de resultaten van Roth's tegenwoordige onderzoekingen, want deze onvermoeide ethnoloog heeft nogmaals de roepstem der wildernis gehoord. Hij bevindt zich thans weder onder de Indianen. Met lm Thurn's baanbrekend werk /lmo«g ̂ /w^ians 0/ Gwiawa en de Goeje's .Byirflgew behoort deze studie van Roth, evenals zijn 4̂w /nywtVy iwfo /Ae ^4«iwtsw a«^ .FoZè/ore 0/ i/te GMtarca i»rfta»s *), tot het allerbeste over de volkenkunde der Guyana's in de laatste veertig jaren. Zij vormen den grondslag waarop alle latere onderzoekers zullen moeten voortbouwen. Een werk als het onderhavige kan slechts een geschoold veldethnoloog tot stand brengen, maar een die, met een onuitputtelijk geduld en scherp waarnemingsvermogen, tevens sympathie heeft voor zijn onderzoekingsmateriaal en primitieve menschen. Bovendien behoort hij goed thuis te zijn in de betreffende literatuur. Wanneer een schrijver begint met te zeggen dat zijn opgaaf niet volledig is, dan is de recensent al van zelf ontwapend. De door Roth ge-