Wat bepaalt de meerwaarde van een hoortoestel bij ouderen? De interacties tussen hoortoestellen, auditief-cognitieve training, cognitie en luisterinspanning: een review
{"title":"Wat bepaalt de meerwaarde van een hoortoestel bij ouderen? De interacties tussen hoortoestellen, auditief-cognitieve training, cognitie en luisterinspanning: een review","authors":"Katrien Kestens, S. Degeest, Hannah Keppler","doi":"10.21827/32.8310/2020-40","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"De meest frequente klachten van slechthorende ouderen zijn gerelateerd aan een verminderd spraakverstaan en een toegenomen luisterinspanning, voornamelijk in rumoerige luistersituaties. Ondanks gehoorrevalidatie in het kader van leeftijdsgebonden gehoorverlies (d.i. presbyacusis) voornamelijk met behulp van hoortoestellen verloopt, blijkt het hoortoestelvoordeel variabel te zijn. Recent wordt in de literatuur meer aandacht gegeven aan de link tussen cognitie en spraakverstaan. Een mogelijke hypothese is dat de variabiliteit in hoortoestelvoordeel te wijten zou zijn aan intersubject verschillen op vlak van cognitie. Het doel van dit review artikel is dan ook om de relatie tussen hoortoestellen, cognitie, auditief-cognitieve training en luisterinspanning in kaart te brengen en dit specifiek bij volwassen binaurale hoortoestelgebruikers. \nVier interacties tussen binauraal hoortoestelgebruik, digitale hoortoestelfeatures, cognitie en luisterinspanning werden onderzocht: (1) Wat is de invloed van binauraal hoortoestelgebruik op cognitie? (2) Hoe beïnvloedt de cognitieve status van de hoortoestelgebruiker het hoortoestelvoordeel met betrekking tot spraakverstaan? (3) Wat is de invloed van binauraal hoortoestelgebruik op luisterinspanning? (4) Hoe beïnvloedt de cognitieve status van de hoortoestelgebruiker het hoortoestelvoordeel met betrekking tot luisterinspanning? \nDaarnaast werd ook het effect van auditief-cognitieve training op het hoortoestelvoordeel onderzocht. \nDe huidige literatuur omtrent de besproken interacties is beperkt en toont variabele resultaten. Het is daarom niet mogelijk algemene uitspraken te definiëren. Verder onderzoek naar het hoortoestelvoordeel vanuit een auditief-cognitief perspectief is essentieel voor het optimaliseren van het hoortoestelvoordeel.","PeriodicalId":38590,"journal":{"name":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","volume":"15 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2020-12-24","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.21827/32.8310/2020-40","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q2","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
De meest frequente klachten van slechthorende ouderen zijn gerelateerd aan een verminderd spraakverstaan en een toegenomen luisterinspanning, voornamelijk in rumoerige luistersituaties. Ondanks gehoorrevalidatie in het kader van leeftijdsgebonden gehoorverlies (d.i. presbyacusis) voornamelijk met behulp van hoortoestellen verloopt, blijkt het hoortoestelvoordeel variabel te zijn. Recent wordt in de literatuur meer aandacht gegeven aan de link tussen cognitie en spraakverstaan. Een mogelijke hypothese is dat de variabiliteit in hoortoestelvoordeel te wijten zou zijn aan intersubject verschillen op vlak van cognitie. Het doel van dit review artikel is dan ook om de relatie tussen hoortoestellen, cognitie, auditief-cognitieve training en luisterinspanning in kaart te brengen en dit specifiek bij volwassen binaurale hoortoestelgebruikers.
Vier interacties tussen binauraal hoortoestelgebruik, digitale hoortoestelfeatures, cognitie en luisterinspanning werden onderzocht: (1) Wat is de invloed van binauraal hoortoestelgebruik op cognitie? (2) Hoe beïnvloedt de cognitieve status van de hoortoestelgebruiker het hoortoestelvoordeel met betrekking tot spraakverstaan? (3) Wat is de invloed van binauraal hoortoestelgebruik op luisterinspanning? (4) Hoe beïnvloedt de cognitieve status van de hoortoestelgebruiker het hoortoestelvoordeel met betrekking tot luisterinspanning?
Daarnaast werd ook het effect van auditief-cognitieve training op het hoortoestelvoordeel onderzocht.
De huidige literatuur omtrent de besproken interacties is beperkt en toont variabele resultaten. Het is daarom niet mogelijk algemene uitspraken te definiëren. Verder onderzoek naar het hoortoestelvoordeel vanuit een auditief-cognitief perspectief is essentieel voor het optimaliseren van het hoortoestelvoordeel.