Elise H de Bree, I. Lammertink, Merel van Witteloostuijn, J. Rispens
{"title":"Word-level spelling of children with dyslexia and developmental language disorder","authors":"Elise H de Bree, I. Lammertink, Merel van Witteloostuijn, J. Rispens","doi":"10.21827/32.8310/2022-sg-24","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Veel kinderen met dyslexie en met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben moeite met spellen. Het is niet bekend of deze problemen hetzelfde zijn voor beide groepen,omdat er weinig directe spellingvergelijkingen tussen deze twee groepen kinderen zijn gemaakt. In deze studie vergeleken we de woorddictee-uitkomsten en foutenpatronen van kinderen (leeftijdsrange 8.2-10.4 jaar) met dyslexie (n=31), TOS (n=30) en een leeftijdsgematchtecontrolegroep (n=31). Daarnaast verdeelden we de TOS-groep in kinderen met TOS met leesproblemen (TOS+LP, n=18) en zonder leesproblemen (alleen-TOS, n=12). Tot slot voerden we regressieanalyses uit om te bepalen welke taal- en lees(gerelateerde) vaardigheden invloed hebben op spellingsuitkomsten.Zowel de dyslexie- als TOS-groep vertoonden spellingproblemen. Deze waren het meest uitgesproken voor de TOS+LP-groep. Wat betreft foutsoorten maakten de dyslexieenTOS-groepen meer fouten in alle categorieën dan de controlegroep. De dyslexie, alleen-TOS en TOS+LP-groepen lieten eenzelfde patroon zien wat betreft het spellen van woorden met foneem-grafeemassociaties die niet helemaal klankzuiver zijn (gauw als *gouw), met woorden waarin fonologie-orthografie-en morfologie moeten worden gecombineerd (pittig als *pitteg) en met regelwoorden (metro als *meetro). De dyslexieen TOS+LP-groepen lieten ook meer fouten zien in klankzuivere foneemgrafeemkoppelingen(boek als *beok) en met orthografische kennis (leenwoorden). De regressieanalyses lieten een sterke bijdrage zien van woordlezen en snelbenoemen aan woordspelling. Regressieanalyses zonder deze lees(gerelateerde) vaardigheden lieten een beperkte bijdrage van morfologie zien aan de spellingsuitkomsten.Deze resultaten bevestigen dat kinderen met dyslexie en TOS spellingprobemen hebben, zeker kinderen met TOS+LP. Ze wijzen naar de belangrijke bijdrage van woordleesvaardigheiden snelbenoemen voor spellen, en een beperktere bijdrage van morfologie. \nSamen geven ze de noodzaak weer van systematisch spellingonderwijs en ondersteuning voor kinderen met dyslexie en TOS, alsook het belang van mondelinge taalondersteuning.Trefwoorden: Spelling, Dyslexie, Taalontwikkelingsstoornis, Lezen, Taal.","PeriodicalId":38590,"journal":{"name":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","volume":"20 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2022-11-05","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Stem-, Spraak- en Taalpathologie","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.21827/32.8310/2022-sg-24","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q2","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Veel kinderen met dyslexie en met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben moeite met spellen. Het is niet bekend of deze problemen hetzelfde zijn voor beide groepen,omdat er weinig directe spellingvergelijkingen tussen deze twee groepen kinderen zijn gemaakt. In deze studie vergeleken we de woorddictee-uitkomsten en foutenpatronen van kinderen (leeftijdsrange 8.2-10.4 jaar) met dyslexie (n=31), TOS (n=30) en een leeftijdsgematchtecontrolegroep (n=31). Daarnaast verdeelden we de TOS-groep in kinderen met TOS met leesproblemen (TOS+LP, n=18) en zonder leesproblemen (alleen-TOS, n=12). Tot slot voerden we regressieanalyses uit om te bepalen welke taal- en lees(gerelateerde) vaardigheden invloed hebben op spellingsuitkomsten.Zowel de dyslexie- als TOS-groep vertoonden spellingproblemen. Deze waren het meest uitgesproken voor de TOS+LP-groep. Wat betreft foutsoorten maakten de dyslexieenTOS-groepen meer fouten in alle categorieën dan de controlegroep. De dyslexie, alleen-TOS en TOS+LP-groepen lieten eenzelfde patroon zien wat betreft het spellen van woorden met foneem-grafeemassociaties die niet helemaal klankzuiver zijn (gauw als *gouw), met woorden waarin fonologie-orthografie-en morfologie moeten worden gecombineerd (pittig als *pitteg) en met regelwoorden (metro als *meetro). De dyslexieen TOS+LP-groepen lieten ook meer fouten zien in klankzuivere foneemgrafeemkoppelingen(boek als *beok) en met orthografische kennis (leenwoorden). De regressieanalyses lieten een sterke bijdrage zien van woordlezen en snelbenoemen aan woordspelling. Regressieanalyses zonder deze lees(gerelateerde) vaardigheden lieten een beperkte bijdrage van morfologie zien aan de spellingsuitkomsten.Deze resultaten bevestigen dat kinderen met dyslexie en TOS spellingprobemen hebben, zeker kinderen met TOS+LP. Ze wijzen naar de belangrijke bijdrage van woordleesvaardigheiden snelbenoemen voor spellen, en een beperktere bijdrage van morfologie.
Samen geven ze de noodzaak weer van systematisch spellingonderwijs en ondersteuning voor kinderen met dyslexie en TOS, alsook het belang van mondelinge taalondersteuning.Trefwoorden: Spelling, Dyslexie, Taalontwikkelingsstoornis, Lezen, Taal.