{"title":"De Bloemkoolwijk: dwaallicht of bron van inspiratie","authors":"A. Blom","doi":"10.48003/knob.122.2023.4.803","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Kunnen de bloemkoolwijken uit de jaren zeventig een voorbeeld zijn voor het oplossen van de huidige woningnood en de behoefte aan meer sociale cohesie in de buurt? Met het huidige tekort aan woonruimte en de daarmee samenhangende nadruk op kwantiteit dreigt een verschraling van de woningen en de woonomgeving. Dit lijkt op de eenvormige herhalingsbouw aan het eind van de jaren zestig. Als reactie op die soberheid en grootschaligheid van woonwijken, wilden jonge architecten de menselijke maat centraal stellen. Voor de nog steeds sterk groeiende bevolking werd in de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) de groeikern bedacht: dorpen of kleine steden in de omgeving van de grote steden om de toenemende bevolking op te vangen. Om het karakter van deze kleine kernen te kunnen behouden lagen kleinschaligheid en laagbouw voor de hand. En dat is juist ook wat jonge gezinnen zochten. Voor deze groeikernen werd het concept van de bloemkoolwijken ontwikkeld, bestaande uit opeenvolgende woonerven. In de smalle en kronkelende straten waren de auto’s ‘te gast’ en was ruimte voor spel en ontmoeting. Verspringende voorgevels met een verschillende dakvormen gaven een levendig en gevarieerd beeld. Deze bij professionals niet gewaardeerde wijken zijn vaak nog steeds populair bij de bewoners. Tijd voor herwaardering voor dit woonconcept?","PeriodicalId":52053,"journal":{"name":"Bulletin KNOB","volume":"2 2","pages":""},"PeriodicalIF":0.1000,"publicationDate":"2023-12-09","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Bulletin KNOB","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.48003/knob.122.2023.4.803","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"0","JCRName":"ARCHITECTURE","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Kunnen de bloemkoolwijken uit de jaren zeventig een voorbeeld zijn voor het oplossen van de huidige woningnood en de behoefte aan meer sociale cohesie in de buurt? Met het huidige tekort aan woonruimte en de daarmee samenhangende nadruk op kwantiteit dreigt een verschraling van de woningen en de woonomgeving. Dit lijkt op de eenvormige herhalingsbouw aan het eind van de jaren zestig. Als reactie op die soberheid en grootschaligheid van woonwijken, wilden jonge architecten de menselijke maat centraal stellen. Voor de nog steeds sterk groeiende bevolking werd in de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) de groeikern bedacht: dorpen of kleine steden in de omgeving van de grote steden om de toenemende bevolking op te vangen. Om het karakter van deze kleine kernen te kunnen behouden lagen kleinschaligheid en laagbouw voor de hand. En dat is juist ook wat jonge gezinnen zochten. Voor deze groeikernen werd het concept van de bloemkoolwijken ontwikkeld, bestaande uit opeenvolgende woonerven. In de smalle en kronkelende straten waren de auto’s ‘te gast’ en was ruimte voor spel en ontmoeting. Verspringende voorgevels met een verschillende dakvormen gaven een levendig en gevarieerd beeld. Deze bij professionals niet gewaardeerde wijken zijn vaak nog steeds populair bij de bewoners. Tijd voor herwaardering voor dit woonconcept?