{"title":"Advocaten in Europa: vertegenwoordiging op het hoogste niveau?","authors":"J. Hoevenaars","doi":"10.5553/rdw/138064242019040003002","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Recent verscheen in het tijdschrift Asiel en Migrantenrecht (A&MR) een artikel waarin vier migratierechtadvocaten werd gevraagd naar hun ervaring met pleiten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).1 De treffende ondertitel van het artikel was ‘Alles is er helemaal anders’. De vier geïnterviewde advocaten doen uit de doeken hoe ze de verwijzing van een van hun zaken naar het Hof door middel van een prejudiciële verwijzing hebben ervaren en tegen welke uitdagingen ze daarbij aanliepen. Het artikel heeft als doel inzicht te geven in de gang van zaken bij een dergelijke procedure voor mogelijk toekomstige pro‐ fessionals die naar het Hof moeten. Voor een breder publiek biedt het aanleiding voor een nadere bestudering van de in academische literatuur veelal onderbe‐ lichte praktijk van deze bijzondere procedure in het Europese rechtssysteem. In het onderhavige artikel wordt aan de hand van empirisch materiaal verder op deze praktijk ingegaan, waarbij twee onderzoeksterreinen bij elkaar worden gebracht: enerzijds het vraagstuk van het belang van vertegenwoordiging van jus‐ titiabelen in de rechtszaal en anderzijds de Europese prejudiciële verwijzingspro‐ cedure. De vraag die in dit artikel centraal staat, is met welke uitdagingen advocaten2 worden geconfronteerd wanneer een zaak waarbij individuele burgers zijn betrok‐ ken wordt doorverwezen naar het Hof van Justitie, hoe zij hiermee omgaan en wat we hieruit kunnen concluderen over de effectiviteit van juridische vertegen‐ woordiging bij prejudiciële procedures. Om een antwoord te vinden op deze vraag wordt gebruikgemaakt van inzichten uit interviews met advocaten die ervaring hebben met een of meerdere verwijzingen naar het Hof in Luxemburg. De interviews die in dit artikel worden gebruikt, maken deel uit van een breder onderzoek naar de prejudiciële procedure waarvan de resultaten elders zijn gepubliceerd.3 Voor dit onderzoek werden partijen (individuen, advocaten, acade‐ mici, vertegenwoordigers van ngo’s en vakbonden) geïnterviewd die betrokken waren bij een zaak die was verwezen naar het Hof. De zaken die voor dit onder‐","PeriodicalId":349954,"journal":{"name":"Recht der Werkelijkheid","volume":"45 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2019-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Recht der Werkelijkheid","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5553/rdw/138064242019040003002","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Recent verscheen in het tijdschrift Asiel en Migrantenrecht (A&MR) een artikel waarin vier migratierechtadvocaten werd gevraagd naar hun ervaring met pleiten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).1 De treffende ondertitel van het artikel was ‘Alles is er helemaal anders’. De vier geïnterviewde advocaten doen uit de doeken hoe ze de verwijzing van een van hun zaken naar het Hof door middel van een prejudiciële verwijzing hebben ervaren en tegen welke uitdagingen ze daarbij aanliepen. Het artikel heeft als doel inzicht te geven in de gang van zaken bij een dergelijke procedure voor mogelijk toekomstige pro‐ fessionals die naar het Hof moeten. Voor een breder publiek biedt het aanleiding voor een nadere bestudering van de in academische literatuur veelal onderbe‐ lichte praktijk van deze bijzondere procedure in het Europese rechtssysteem. In het onderhavige artikel wordt aan de hand van empirisch materiaal verder op deze praktijk ingegaan, waarbij twee onderzoeksterreinen bij elkaar worden gebracht: enerzijds het vraagstuk van het belang van vertegenwoordiging van jus‐ titiabelen in de rechtszaal en anderzijds de Europese prejudiciële verwijzingspro‐ cedure. De vraag die in dit artikel centraal staat, is met welke uitdagingen advocaten2 worden geconfronteerd wanneer een zaak waarbij individuele burgers zijn betrok‐ ken wordt doorverwezen naar het Hof van Justitie, hoe zij hiermee omgaan en wat we hieruit kunnen concluderen over de effectiviteit van juridische vertegen‐ woordiging bij prejudiciële procedures. Om een antwoord te vinden op deze vraag wordt gebruikgemaakt van inzichten uit interviews met advocaten die ervaring hebben met een of meerdere verwijzingen naar het Hof in Luxemburg. De interviews die in dit artikel worden gebruikt, maken deel uit van een breder onderzoek naar de prejudiciële procedure waarvan de resultaten elders zijn gepubliceerd.3 Voor dit onderzoek werden partijen (individuen, advocaten, acade‐ mici, vertegenwoordigers van ngo’s en vakbonden) geïnterviewd die betrokken waren bij een zaak die was verwezen naar het Hof. De zaken die voor dit onder‐