{"title":"Het Awb-landschap door een\n AVG-filter","authors":"O. Nijveld, W. Steenbergen","doi":"10.5553/tvt/187987052018009004003","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"In dit artikel staat de klachtbehandeling door de Autoriteit persoonsgegevens (AP) op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) centraal. Die klachtbehandeling is een belangrijke taak die de AP heeft sinds de AVG op 25 mei 2018 van toepassing is geworden. De regeling voor de behandeling van klachten in de AVG sluit logischerwijs niet naadloos aan op ons nationaal bestuurs(proces)recht. Wij gaan in dit artikel eerst in op de vraag wat moet worden verstaan onder het begrip klacht uit de AVG, en lichten toe dat een klacht een handhavingsverzoek kan zijn, maar dat dit niet steeds het geval is. Vervolgens staan wij stil bij het begrip ‘betrokkene’ uit de AVG. Het blijkt dat volgens de jurisprudentie onder de Wet bescherming persoonsgegevens het enkele feit dat iemands persoonsgegevens worden verwerkt, op zichzelf niet voldoende is voor de conclusie dat iemand ook kon worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast besteden wij aandacht aan de positie van concurrenten die een AVG-klacht indienen: biedt de AVG hun nog de ruimte voor het indienen van een handhavingsverzoek? Als een AVGklacht ook een handhavingsverzoek is, komt ten slotte de vraag op binnen welke termijn moet worden beslist. Omdat de AVG in alle lidstaten op een eenduidige manier moet worden toegepast, zal regelmatig afstemming moeten worden gezocht met andere toezichthouders voordat een besluit op een handhavingsverzoek kan worden genomen. Omdat de besluitvorming daarmee noodzakelijkerwijs meer tijd kost, voorziet de AVG in","PeriodicalId":321512,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Toezicht","volume":"1 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2018-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Tijdschrift voor Toezicht","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5553/tvt/187987052018009004003","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
In dit artikel staat de klachtbehandeling door de Autoriteit persoonsgegevens (AP) op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) centraal. Die klachtbehandeling is een belangrijke taak die de AP heeft sinds de AVG op 25 mei 2018 van toepassing is geworden. De regeling voor de behandeling van klachten in de AVG sluit logischerwijs niet naadloos aan op ons nationaal bestuurs(proces)recht. Wij gaan in dit artikel eerst in op de vraag wat moet worden verstaan onder het begrip klacht uit de AVG, en lichten toe dat een klacht een handhavingsverzoek kan zijn, maar dat dit niet steeds het geval is. Vervolgens staan wij stil bij het begrip ‘betrokkene’ uit de AVG. Het blijkt dat volgens de jurisprudentie onder de Wet bescherming persoonsgegevens het enkele feit dat iemands persoonsgegevens worden verwerkt, op zichzelf niet voldoende is voor de conclusie dat iemand ook kon worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast besteden wij aandacht aan de positie van concurrenten die een AVG-klacht indienen: biedt de AVG hun nog de ruimte voor het indienen van een handhavingsverzoek? Als een AVGklacht ook een handhavingsverzoek is, komt ten slotte de vraag op binnen welke termijn moet worden beslist. Omdat de AVG in alle lidstaten op een eenduidige manier moet worden toegepast, zal regelmatig afstemming moeten worden gezocht met andere toezichthouders voordat een besluit op een handhavingsverzoek kan worden genomen. Omdat de besluitvorming daarmee noodzakelijkerwijs meer tijd kost, voorziet de AVG in