Toch Romeinen in de Antwerpse Noorderkempen. Inheems-Romeins grafveldje op een middenbronstijdnecropool in Weelde, ontdekt tijdens de ruilverkavelingswerken Poppel (gem. Ravels, prov. Antw.)
R. Annaert, B. Cooremans, Koen Deforce, M. Vandenbruaene
{"title":"Toch Romeinen in de Antwerpse Noorderkempen. Inheems-Romeins grafveldje op een middenbronstijdnecropool in Weelde, ontdekt tijdens de ruilverkavelingswerken Poppel (gem. Ravels, prov. Antw.)","authors":"R. Annaert, B. Cooremans, Koen Deforce, M. Vandenbruaene","doi":"10.55465/rphk7888","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"1 Inleiding De ruilverkaveling Poppel, een project uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in opdracht van het ruilverkavelingscomité Poppel gedurende de jaren 1996 tot 1998, bracht zoals eerder al gemeld heel wat nieuwe gegevens aan het licht over de archeologische kennis van de Antwerpse Noorderkempen5. De archeologische begeleiding van dit project gebeurde toen nog niet op een gestructureerde manier zoals het inmiddels wel het geval is. Toch voorzag de VLM de nodige logistieke middelen en indien nodig zorgden de werfleiders voor een verschuiving in de planning van de werken om een archeologische noodinterventie in te passen6. De positieve resultaten van de archeologische begeleiding door het toenmalige Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP later opgenomen in het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, VIOE, nu Onroerend Erfgoed) hebben zeker bijgedragen tot een complete integratie van de actor archeologie vanaf de beginfase van de volgende ruilverkavelingsprojecten. Dankzij de huidige investering in preventieve inventarisatiestudies kunnen bepaalde zones in de nieuwe ruilverkavelingen al op voorhand uit de werken gehouden worden en kunnen voor andere zones beperkende maatregelen in de uit te voeren grondwerken opgenomen worden. Voor geïnventariseerde archeologische zones waar opschorting van grondwerken onmogelijk blijkt, kan tijdig overgegaan worden tot een preventief archeologisch noodonderzoek wat zowel voor de archeologie als voor de planning der werken gunstig is.","PeriodicalId":370339,"journal":{"name":"Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen","volume":"40 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2012-09-18","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"2","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Relicta. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.55465/rphk7888","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 2
Abstract
1 Inleiding De ruilverkaveling Poppel, een project uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in opdracht van het ruilverkavelingscomité Poppel gedurende de jaren 1996 tot 1998, bracht zoals eerder al gemeld heel wat nieuwe gegevens aan het licht over de archeologische kennis van de Antwerpse Noorderkempen5. De archeologische begeleiding van dit project gebeurde toen nog niet op een gestructureerde manier zoals het inmiddels wel het geval is. Toch voorzag de VLM de nodige logistieke middelen en indien nodig zorgden de werfleiders voor een verschuiving in de planning van de werken om een archeologische noodinterventie in te passen6. De positieve resultaten van de archeologische begeleiding door het toenmalige Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP later opgenomen in het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, VIOE, nu Onroerend Erfgoed) hebben zeker bijgedragen tot een complete integratie van de actor archeologie vanaf de beginfase van de volgende ruilverkavelingsprojecten. Dankzij de huidige investering in preventieve inventarisatiestudies kunnen bepaalde zones in de nieuwe ruilverkavelingen al op voorhand uit de werken gehouden worden en kunnen voor andere zones beperkende maatregelen in de uit te voeren grondwerken opgenomen worden. Voor geïnventariseerde archeologische zones waar opschorting van grondwerken onmogelijk blijkt, kan tijdig overgegaan worden tot een preventief archeologisch noodonderzoek wat zowel voor de archeologie als voor de planning der werken gunstig is.